Vereniging voor Bedrijfsvoorlichting Almelo en Omstreken
Door het Ministerie van Landbouw waren er over het hele land diverse consulentschappen ingesteld, om de boeren beter te kunnen adviseren. In Oost-Overijssel waren we ingedeeld bij het Consulentschap te Hengelo, onder leiding van een Landbouwconsulent. Van hieruit werden de plaatselijke voorlichters en rayon assistenten aangestuurd.
Om dichter bij de boeren te staan en hun vertrouwen beter te kunnen winnen, achtte men het belangrijk, om een plaatselijke verenigingen op te richten. Het belang hiervan werd ook ingezien door de 3 plaatselijke grote landbouw coöperaties. Met hun steun (ook financieel ) werd kortweg genoemd of beter bekend als: De Bedrijfsvereniging.
De eerste jaren na de oorlog 1940-’45 was het beleid van de regering erg gericht om voldoende voedsel te produceren voor een lage prijs.
Begin jaren vijftig was dit beleid achterhaald. Het tot dan gevoerde beleid werd toen omgezet in de richting van intensivering van de landbouw in de veehouderij, enerzijds door verhoging van het aantal dieren en anderzijds door ontmenging (reductie van het aantal verschillende productietakken) op één bedrijf, te propaganderen. Het was ook een tijd van verbetering van teeltmethoden en huisvesting, betere gewassen, betere voeding en betere fokprogramma’s, waardoor het niveau in de landbouw een sterke impuls kreeg.
( Het onderzoek, de voorlichting , het onderwijs en de praktijk was er in die jaren nog volop op gericht om de maximale productiecapaciteit te benutten, en de overheid stelde nog geen limieten aan de hoeveelheden dierlijke mest, kunstmest, gewasbeschermingsmiddelen per hectare. )
Vereniging voor Bedrijfsvoorlichting Almelo en Omstreken.
Het bestuur bestond uit 5 boeren,waarvan 2 van Katholieke huize moesten zijn. Er werd regelmatig vergaderd , waarbij ook altijd de plaatselijke voorlichter aanwezig was. In Almelo waren dat achtereenvolgens de heren Harmsen, Watering, en Haarman. De taak van de bedrijfsvereniging was, de bedrijfsgenoten beter vertrouwd te maken met o.a. nieuwe productiemethoden. Daarvoor werden er excursies en demonstraties georganiseerd en lezingen gehouden.
Excursies naar oa: de Waiboerhoeve in Lelystad, Bosma-Zathe in Ureterp, Aver-Heino te Heino, naar bekende fokbedrijven, zoals het grote rundveebedrijf: Puyenbroek bij Goirle in Noord-Brabant (met zo’n 200 onthoornde melkkoeien) en naar ons ,,eigen” stikstofproefbedrijf de ,,Sumpel” van Bernard Versteeg.
Demonstraties werden er van tijd tot tijd gegeven zoals van moderne hooibouwmachines, een hooidroger, een greppelfrees, moderne inkuilmethodes enz., dus van nieuwe machines en werkmethoden, die voor onze bedrijven het meest economisch waren, en waardoor een lagere kostprijs op de boerenbedrijven kon worden gerealiseerd. Ook werden er vaak lezingen georganiseerd. Als er een gerenommeerde of duurdere spreker werd uitgenodigd, dan werd het samen met de Bedrijfsvereniging in Vriezenveen georganiseerd. Het ene jaar in de Hulle in Vriezenveen en het andere jaar in ’t Groenendal in Almelo.
Zoals in januari 1959 een lezing van Dr. A. Vondeling, minister van Landbouw, toen hij net in december 1958 demissionair was geworden. Er werden ook meerdere inleidingen verzorgd door deskundigen v.d. R.L.V.D, het N.R.S., de Gezondheidsdienst enz. Grond- en gewasonderzoek werd sterk gepropageerd en de resultaten werden met de landbouwvoorlichter besproken. Door al deze activiteiten werd er geprobeerd de boeren te overtuigen van het nut van bepaalde nieuwe technieken of nieuwe werktuigen om daarmee een beter financieel resultaat te verkrijgen.
Er werden ook cursussen gegeven en proefvelden aangelegd en er verschenen mededelingen of adviezen in “Coöperatief Leven”
Soms werden er bepaalde ideeën ontwikkeld. Zo kwamen een 9-tal boeren op het idee om met elkaar voor gezamenlijke rekening een nieuw landbouwbedrijf te starten, dat betere economische en sociale perspectieven zou bieden, dan dat de huidige situatie dat deed . Dit waren boeren in het gebied dat begrensd wordt door de Wierdensestraat, de Nieuwe Graven en het Twentekanaal, en doorsneden werd door de Oude Wierdenseweg. Door het consulentschap is toen in augustus 1959 een uitgebreide berekening en analyse gemaakt.
Men kwam tot de slotsom om van dit gebied met 134 ha. cultuurgrond, drie afdelingen te maken:
1. Een melkveehouderij bedrijf met 200 melkkoeien op 84 ha. grasland.
2. Een akkerbouwbedrijf van 50 ha. met 17 ha. fabrieks- of consumptie -aardappelen, 27 ha. granen en 6 ha. snijmais.
3. Een veredelingsbedrijf met 300 fokvarkens en 2300 mestvarkens.
Kort daarop werd het steeds duidelijker, dat er dwars door dit gebied een grote verkeersweg zou worden aangelegd met verstrekkende gevolgen voor deze omgeving, en waarbij 2 boeren uit dit gebied zouden worden uitgekocht. Zodoende verdween dit ambitieuze plan in de ijskast en kwam er nooit weer uit.
Een succes waren ook de praatavonden in de winter in de buurt rondom de warme kachel. Allerlei zaken betreffende het boerenbedrijf werden met elkaar besproken onder leiding van één van de bestuursleden en de assistent (voorlichter) van de R.L.V.D. Deze bijeenkomsten bleken in een behoefte te voorzien, gezien de opkomst van 90%.
De Consulentschap achtte het belangrijk, dat er begonnen zou worden met een Bedrijfseconomische boekhouding.
Door de boekhoudbureaus werd alleen de fiscale boekhouding verzorgd voor de belastingaangifte. Met financiële hulp van de 3 Landbouwcoöperaties, werd in 1951 de hr. Pleizier, als administrateur in dienst genomen, die bij de ACO op de loonlijst stond. Hij inventariseerde de inkomsten en uitgaven van de deelnemende bedrijven. Deze boeren kregen zo een veel beter inzicht in hun baten en kostenpatroon van de verschillende onderdelen van hun bedrijf. Met de kennis van de landbouwvoorlichter en adviezen van hem, kon men tot een betere bedrijfsvoering en een beter resultaat komen. Jammer was het,dat in 1957 vanwege een conflict deze activiteit moest worden beëindigd. Gelukkig waren de boekhoudbureaus toen bereid deze taak over te nemen.
De Vereniging van Landbouwvoorlichting Almelo was aangesloten bij de Federatie van de Landbouwvoorlichtingsdienst te Hengelo. Daar werd samen met andere Bedrijfsverenigingen uit heel Twente vergaderd onder leiding van een consulent, en werden onderzoeksresultaten en voorlichtingsprogramma’s doorgesproken, en er werden soms voorlichtingsdagen georganiseerd. Ook was er in Federatie verband elk jaar een uitwisseling met de Duitse Landbouwvoorlichtingsdienst uit Munsterland.
Doordat in de jaren ’80 andere organisaties en verenigingen steeds meer zelf gingen zorgen voor informatie en voorlichting, en studiedagen en excursies voor hun leden organiseerden, werden de taken van de “Bedrijfsvereniging” steeds meer uitgehold, zodat in 1988 , de” Vereniging voor Bedrijfsvoorlichting Almelo en Omstreken” werd opgeheven.
- - - - -
Jan Hammink
(1927-2020)