Plattelandsjongeren gemeenschap Overijssel (PJGO)
In 1910 werd de jongensvereniging, de BOO, opgericht. Enkele jaren later werd voor de meisjes de boerendochtersvereniging, de BDV, opgericht. In 1948 ontstond uit beide verenigingen de PJGO. Tot 1970 werden de activiteiten van de PJGO grotendeels bepaald vanuit de ontstaansgeschiedenis van die beide verenigingen.
Bij de BOO en de BDV bestond het ledenbestand uitsluitend uit oud leerlingen van de landbouw- en huishoudscholen. Bij de PJGO konden ook andere plattelandsjongeren en jongeren die geen agrarisch onderwijs volgden, lid worden, en deelnemen aan activiteiten.
In de jaren ’50 ontstonden vrijwel overal PJGO afdelingen. Deze gingen zich steeds meer richten op activiteiten die niet alleen met de agrarische achtergrond te maken hadden, maar ook steeds meer deden aan ontspannende en cultureel vormende activiteiten.
In 1952 is de JVC opgericht. JVC staat voor jongeren-veeteelt-commissie. Deze commissie, (ook wel Kalverclub geheten) organiseerde elk jaar een jongveekeuring die werd gehouden bij het kasteel van “van Rechter-Limpurg” in de Gravenallee. De commissieleden brachten daarbij elk jaar, 4 keer een bezoek aan de jongeren die meededen en daarbij beoordeelde men de verzorging van het kalf en hoe de jongere omging met het kalf.
In september vond dan de keuring plaats op exterieur, verzorging, toilet en voorbrengen. Later werden de keuringen gehouden op het terrein van de familie Hinsenveld aan de Gravenallee. De bekers werden door ‘van Rechteren-Limpurg’ beschikbaar gesteld. In deze samenstelling is de JVC niet meer actief, en de jongvee keuringen worden nu door de KOC- Tubbergen georganiseerd. (De Jurering gebeurd vaak door jongeren die meerdere malen een veebeoordelingswedstrijd hebben gewonnen.)
Ook zijn in de beginjaren van de PJGO meerdere activiteiten blijven bestaan uit de BOO- en BDV-tijd, zoals ploeg- en spitwedstrijden, trekkerbehendigheid wedstrijden en gewassententoonstellingen.
In begin 1970 ontstond behoefte bij jonge boeren om ook op andere gebieden actief te worden. Die behoefte had weer alles te maken met de ontwikkelingen in de landbouw: schaalvergrotingen, mechanisatie, bedrijfsovername, en belangen behartiging van jongeren .
Met de opzet van agrarische gespreksgroepen kreeg het agrarische werk steeds meer een zelfstandige plaats binnen de organisatie. Waarbij de volgende stap de oprichting was van het OAJK: het Overijssels Agrarisch Jongeren Kontakt. Op dat moment kwam voor het eerst een samenwerking tot stand tussen Katholieke, Protestante- en Algemene-plattelandsjongeren. Het ledenblad van de PJGO Overijssel heette “Knip-oog”. Het ledenblad werd gebruikt voor algemene informatie, activiteiten overzichten, en ook agrarische onderwerpen kwamen aan de orde.
Sport is bij de PJGO altijd heel belangrijk geweest. Sportieve ontmoetingen waren er op afdeling- kring- en provinciaal niveau. Zo had men jaarlijks de hand- en voetbaltoernooien. Deze werden hier in de kring vaak gehouden op de velden van s.v. Delden, of bij “Mèèsters Miena” in Enschede. Het voetbalteam van afdeling-Almelo bestond bijna geheel uit de jeugdselectie van VABO.
Op kringniveau werden ook sportdagen gehouden voor zeskamp en touwtrekken. Daarnaast ontstonden er vanaf 1972 een reeks atletiek wedstrijden. Er werden bijvoorbeeld elk jaar crossloop wedstrijden gehouden (5, 10 en 15 km hardlopen) georganiseerd door de afdelingen Bathmen, Goor, Diepenheim, Delden, Enschede, Hengelo en Almelo. Deze crossloop wedstrijden werden een begrip in de regio, en er was elk jaar een groot startersveld.
Binnen de PJGO is uiteraard de kadervorming altijd een belangrijk aandachtspunt geweest. Cursussen voor functies als: voorzitter, penningmeester, secretaris, en bovendien werden vaktechnische- en creatieve cursussen gegeven.
Vanaf de jaren “60 ontwikkelde de PJGO zich steeds meer tot een gezelligheid- en ontspanning- vereniging. Zo bevatte een jaarprogramma meestal allerlei activiteiten, zoals: een Sinterklaas avond, Bingo, Dropping of Speursmokkeltocht, Toneelavond, Cabaret wedstrijd, een Uitwisseling, en soms een Feestavond. Ook in de zomer werd er een sterrit georganiseerd, voor leden en donateurs. Sinterklaas werd meestal gespeeld door ééne Gerrit uit de Gravenallee, en ondanks het feit dat iedereen wist wie de goedheiligman was, was het toch altijd spannend je zonden te moeten opbiechten bij deze strenge bisschop. En er waren altijd een paar pietermannetjes of -vrouwtjes die je met plezier een pakje-(slaag) gaven.
Bingo werd vooral georganiseerd om de Kas te spekken. De bestuursleden gingen dan voorafgaand aan de Bingo een groot aantal middenstanders in de stad langs, en vroegen een tastbare bijdrage. Meestal waren het overjarige artikelen, maar wanneer de “Buit” was uitgestald bleek het toch altijd weer een mooie verzameling van “hebbedingetjes”, en werden veel bingo kaarten verkocht, wat dus ook de bedoeling was, (en bovendien gezellig)
Bij een Dropping werden de leden ergens gedropt in een “the middle of nowhere”, en werden er opdrachten gevraagd die meestal onmogelijk uitvoerbaar bleken. De toneelavonden waren altijd een begrip in Almelo, en werden bezocht door groot en breed publiek. In het eerste jaar na de oorlog werd het toneelstuk: “Wie zin’t er nog” en later het legendarische “Gaslech” gespeeld. In de jaren ’50 en ‘60 werden deze gehouden bij het “Groenendal” in de jaren ’70 en ’80 in “de Hagen”, en de laatste tijd word er gespeeld bij “cafe Morshuis” in Albergen. Regisseur is gedurende lange tijd Thomas Kamp geweest, die met zijn toneelervaring veel enthousiasme teweegbracht in de toneelgroep. Souffleur was gedurende heel veel jaren, Jan Vreman.
Er werd naast toneel ook nog door een groepje Cabaret/Revue gespeeld. Eerst gebeurde dat onder leiding van Gerard de Jager, die de stukjes schreef en regisseerde, en later nog een aantal jaren onder leiding van Lei Hemmink-Bolk. In de jaren daaropvolgend werden de stukjes gemaakt door de groep zelf, en wanneer de groep het in “de Bijenkorf” in Borne wist te winnen van Zenderen, dan maakte’n ze goede kans om Landelijk hoge ogen te gooien. Zo speelde de groep al eens in Zwolle (Odeon), Zeeland, Enschede(landelijk), Drenthe, Brabant.
Ook is er door de toneel- en de cabaretgroep een aantal keren een Revue op de planken gezet onder andere, bij het 60- en 65- jarig jubileum. Tijdens het 65-jarig jubileum van de vereniging is er ook een toneelstuk gebracht door oud leden, die ter ere van dit jubileum een aantal bekende spelers uit eerdere jaren hadden geselecteerd, die een prachtige voorstelling gaven. Een klein deel van de cabaret groep heeft onder de naam “Tuk” al eens deelgenomen aan “Camaretten” in Delft, waar ze verdienstelijk meededen, maar waar ééne Herman Finkers de finale won.
Ook werden een groot aantal jaren door de PJGO uitwisselingen georganiseerd. Zo is er al een uitgewisseld met de afdelingen: Waddenooien, Beesd, en Havelte. Feestavonden werden soms gegeven omdat er, wat was gewonnen, of omdat het gewoon tijd was voor een feest, en ook bij een uitwisseling werd altijd een feestavond georganiseerd voor de leden en de gasten. Een feestavond (fuif) werd meestal gehouden op een “Delle” en die werd dan versierd met dennengroen, strobalen, landbouwplastic, slingers (van de doppen van melkflessen), en een barretje. ( daarbij werd binnen ook nog gerookt, maar wij vonden het eigenlijk helemaal niet brandgevaarlijk! ) Er kwamen tijdens zo’n feestje geregeld “romances” tot stand, waarbij men ook nogal eens naar buiten ging om “brommers te kiek’n” , “dashbordlampjes te controleer’n”, of ”n heujbarg te inspecteer’n”, en soms kon je aan de kleding zien wie met wie de hooiberg had ”bekeken”.(nee, geen namen)
De afdeling Almelo deed ook elk jaar mee met een plakboeken wedstrijd, en daarin werden alle activiteiten van een PJGO-jaar in beeld gebracht. De groep die dit plakboek vorm gaf, besteedde daar altijd veel aandacht aan. Eens per jaar werden deze plakboeken voorgelegd aan een provinciale jury. De plakboek-groep heeft dan ook geregeld een prijs in de wacht gesleept, en bovendien bezitten veel afdelingen door middel van deze plakboeken een schat aan historische informatie.
Ook mag niet onvermeld blijven dat de afdeling een prachtig clubblad kende, genaamd: ”Krachtvoer”, Daarin werden alle activiteiten aangekondigd en naderhand beschreven en daarnaast werden er artikelen in opgenomen waarbij de leden soms hun fantasie de vrije loop lieten.
PJGO was een vereniging die vooral “leuk”was, maar ook een vereniging die een “leerschool” was. Er werden door de provinciale/landelijke PJGO ook nogal wat cursussen gegeven, die varieerden van een cursus voor Bestuurders, een Public-relations cursus, tot zelfs een regisseurs cursus.
PJGO, een prachtige vereniging die de leden aanvankelijk “leerde”, maar daarnaast ook “Amuseerde” en “Stimuleerde”.
Het bestuur.